vrijdag 26 maart 2010

Inspireren

Ik heb het adres van deze blog doorgegeven aan een aantal anderen die lijden aan TTM. Hopelijk kunnen we elkaar helpen en inspireren. Er is op internet niks te vinden over TTM-ers die gestopt zijn of waar het heel goed mee gaat. Ook logisch, want als je er van af bent, heb je geen steun van lotgenoten meer nodig. Toch zijn ze er en daar mag best wat meer aandacht aan besteed worden. Met mij gaat het echt de goede kant op. Het is zwaar, maar als ik terug kijk, zie ik dat ik heel erg vooruit ben gegaan en nog steeds vooruit ga. Ik ben er van overtuigd dat ik er ooit helemaal van af ben en dat het vanaf nu langzaam steeds beter zal gaan. Ik denk dat iedereen kan stoppen als ze er hard voor werken.


Ik zal me even voorstellen:

Ik ben Tamara, 22 jaar. Ik heb TTM sinds ik me kan herinneren. Toen ik een paar jaar oud was, trok ik al haren uit mijn armen, benen en hoofd. Ik was te jong om te snappen dat het kwaad kon. Toen ik 12 was begon het echt een probleem te worden en werd het haren trekken steeds erger. Ik kon de kale plekken op mijn hoofd vaak niet bedekken en droeg hoofddoekjes omdat ik me ervoor schaamde. Tijdens de lessen was ik altijd haren op mijn handen aan het uittrekken. Heel vervelend als je weet dat het de rest van de klas wel moet opvallen. Maar ik kon me niet concentreren als ik het niet deed, dus ik had niet veel keus. Leren was altijd een probleem, want zonder handen in mijn haar, kwam er geen enkele regel tekst bij me binnen.

Ik kon niet slapen zonder dat alle haren op mijn handen en voeten weg waren, want veel korte nachten opleverden. Ik kwam ooit op het idee om alleen haren uit te trekken op plekken waar ik toch stil moest zitten, zodat ik geen extra tijd zou verliezen, maar dat ging een geheel eigen leven. Het werd geen in plaats van, maar een extra. Zo zat ik uren op de wc. Ik had daar goed licht en ik zat stil, 2 factoren die het altijd wat moeilijker maken om er niet aan te zitten.

Ik zit nu in de derde van de kunstacademie, waar je heel erg geconfronteerd wordt met jezelf. Ik denk dat dat heel goed is geweest. Ook het feit dat je omringd wordt door mensen die je heel erg accepteren zoals je bent, heeft me ook heel veel geholpen. Ik schaam me nu niet meer voor mijn TTM. Ik ben zelfs heel erg gaan waarderen wie ik ben, want de meeste negatieven komen ook met positieven. Ik heb hele erge downs, maar ook hele erge ups. Ik kan ultiem vrolijk zijn, ik kan hele nachten dansen, zingen en lachen. Sinds ik me niet meer schaam en heb geaccepteerd wie ik ben, wordt het haren trekken ook steeds minder.

Ik loop mijn hele leven bij psychiaters en psychologen en ik was het echt zat. Ik had geen zin meer om te praten over alle vervelende dingen die ik heb meegemaakt. Vorig jaar Mei beloot ik op zoek te gaan naar een psycholoog die met me aan de slag wilde om me echt van de dwanggedachte af te helpen in plaats van te praten over vervelende dingen uit het verleden. Ik volg nu sinds Mei cognitieve therapie, een therapie die gericht is op de handeling van het haren trekken en hoe ik die gewenning af kan leren.

We begonnen met een soort beloningssysteem. Telkens als ik tussen een bepaalde periode niet getrokken had, mocht ik wat lekkers. Maar dat werkte niet helemaal voor mij, want ik had eerder het gevoel dat ik werd gestraft als het niet lukte dan beloond als het wel lukte. Ik houd nu punten bij en dat werkt veel beter voor mij. Elke week probeer ik een hoger puntenaantal te halen dan de week ervoor. Ik ben heel prestatiegericht, dus ik wil mezelf continu verbeteren.

Soms gebruik ik hulpmiddelen. Ik heb bijvoorbeeld vaak een petje op. Ik heb ook rubberen duimpjes die ik gebruik bij het postsorteren op mijn werk. Als het wat minder lekker gaat, doe ik die wel eens om en dan kan ik de kleine haartjes er in ieder geval niet uithalen.


Goed, genoeg geschreven voor vandaag. Nu is het tijd voor wijn en zelfgemaakte cake.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten